Drie op de tien Nederlanders rijden inmiddels op een elektrische fiets. Ook relatief jonge fietsers zijn overstag. Is dat nou goed nieuws? Want trappen met ondersteuning is toch lang niet zo gezond als jezelf verplaatsen op een gewone fiets? De Fietsersbond en een bewegingswetenschapper zetten op een rij wat de verschillen zijn.
Fietsen is gezond, dat weten we. Maar wat brengt fietsen je precies? Niet alleen verbrand je calorieën, maar het is ook heilzaam voor je conditie en je hersenen. Daarnaast helpt het ziektes voorkomen, obesitas bijvoorbeeld. Door regelmatig te fietsen, blijf je op je gewenste gewicht. Ga je sportief fietsen, dan vergroot je de kans om gewicht te verliezen, zo meldt de Fietsersbond.
Geregeld de trappers in beweging zetten, verlicht ook een somber brein. Door te fietsen komen meer neurotransmitters vrij, waaronder dopamine (zorgt voor tevredenheid en beloning), serotonine (gelukshormoon) en endorfine (antistresshormoon). En wie zittend werk doet en daar rugpijn van heeft: fietsen helpt lage rugpijn verminderen.
Toch kiezen we liever voor gemak en peddelen steeds vaker elektrisch. In 2021 betrof de helft van alle fietsverkopen een elektrisch exemplaar. Die trend zette vorig jaar door: 57 procent van alle 855.000 nieuw verkochte fietsen in Nederland had een accu. Dat komt neer op 486.000 nieuwe e-bikes. Dat blijkt uit onderzoek van Gfk in opdracht van RAI Vereniging en Bovag, die dit onderzoek al tien jaar laten uitvoeren. Opvallend is dat het e-fietsgebruik sterker groeit onder relatief jonge gebruikers (12 tot 50 jaar).
Volgens de Beweegrichtlijnen van het RIVM moeten volwassenen per week minimaal 2,5 uur matig intensief bewegen om gezond te blijven. Dat is gemiddeld een half uur per dag. Voor kinderen is dit minimaal een uur per dag. Je beweegt matig intensief als je wandelt, fietst of rustig zwemt.
Twee keer zoveel inspanning
Zelf trappen loont uiteraard meer dan trappen met ondersteuning. Maar wat is het verschil? ,,Het hangt ervan af hoever je fietst, hoe vaak en in welk tempo’’, zegt Bakker. ,,Voor de dagelijkse tochtjes naar de bakker, de supermarkt of naar het werk die binnen een straal van tien kilometer vallen, heeft een fiets zonder motor een hoger gezondheidsrendement. Je moet namelijk twee keer zoveel inspanning leveren als op een e-bike om vooruit te komen. Komt er een heuveltje, dan zet je even aan. Vergelijk het maar met lopen. Maar neem je de trap of sprint je naar de trein dan voel je dat. Met de ondersteuning van een e-bike ga je harder of makkelijker omhoog, maar doe je niet veel extra’’, aldus de voorlichter.
,,Een volwassene van 70 kilo verbrandt gemiddeld zo’n 280 kcal per uur als hij rustig fietst op een gewone fiets, zo’n 15 kilometer per uur’’, zegt Jasper Snijders, bewegingswetenschapper in Rotterdam. ,,Fiets je tegen de wind in of verhoog je je tempo naar 18 tot 20 kilometer per uur, dan verbrand je ongeveer 400 tot 500 kcal per uur. Op een mountainbike zet je er nog een paar tandjes bij en verlies je zo 700 kcal. Op een elektrische fiets red je dat bij lange na niet’’, stelt Snijders. ,,Dan verbrand je gemiddeld 190 kcal per uur.’’
Toch is een elektrische fiets niet per definitie ongezond, stelt hij. ,,Je bent buiten en je beweegt, dat is altijd nog beter dan op een scooter of in een auto stappen.’’ Hoewel een fiets met motor minder lichamelijke inspanning vraagt, leg je wekelijks gemiddeld wel grotere afstanden af. Want wie weet dat-ie een flinke afstand moet afleggen, gaat toch fietsen als dat met ondersteuning kan. Snijders: ,,In dat geval geldt nog altijd: hoe meer kilometers je maakt, hoe meer je je inspant en hoe meer energie je verbruikt.’’
Bron: AD